Wil je meer rust, focus en plezier in je klas? Ontdek korte mindfulnessmomenten van 1-5 minuten – van 3-minuten ademruimte tot zintuigencheck en mini-bodyscan – die je direct kunt inzetten bij de start, na de pauze of vóór een taak. Met simpele taal, keuzevrijheid en duidelijke routines groeien kinderen in zelfregulatie en sociaal gedrag, terwijl jij tijd wint voor instructie.

Wat is mindfulness voor de basisschool
Mindfulness op de basisschool is simpel gezegd aandachtstraining: je leert kinderen met een open, vriendelijke houding te letten op wat er nú gebeurt in hun lijf, hoofd en omgeving. Het is geen trucje en ook geen therapie, maar een praktische vaardigheid die je spelenderwijs oefent met korte, duidelijke activiteiten. Denk aan rustig ademen terwijl je telt (je aandacht bij je adem houden noemen we een ademanker: je koppelt je aandacht aan je ademhaling), een bodyscan waarbij je van hoofd tot teen voelt wat je merkt in je lichaam, of een zintuigenoefening waarin je even stil staat bij wat je ziet, hoort, ruikt en voelt. In de klas betekent dat: korte momentjes van 1 tot 5 minuten aan het begin van de dag, na de pauze of vooraf aan een taak, zonder extra materiaal en passend bij elke leeftijd.
Je werkt met eenvoudige taal (“merk op”, “benoem”, “laat weer los”) en zonder oordeel, zodat kinderen veiligheid en eigenaarschap ervaren. Het doel is dat kinderen hun aandacht beter kunnen richten, sneller tot rust komen na prikkels, emoties herkennen en reguleren, en met meer vriendelijkheid naar zichzelf en anderen kijken. Zo wordt mindfulness een dagelijkse routine die het leerklimaat ondersteunt: meer focus, minder onrust en een groep die weet hoe je samen even op de pauzeknop drukt.
[TIP] Tip: Start elke les met één minuut rustige buikademhaling.

Voordelen voor je klas
Mindfulness in de klas levert snelle, merkbare winst op voor leerlingen én voor jou als leerkracht. Korte, terugkerende oefeningen vertalen zich naar meer focus, rust en een prettiger groepsklimaat.
- Aandacht en leren: kinderen richten en houden hun aandacht makkelijker vast; ze zijn sneller startklaar, werken langer taakgericht en schakelen soepeler na drukke momenten, vooral bij taken die concentratie vragen.
- Welzijn en rust: leerlingen herkennen eerder wat ze voelen en nodig hebben (bijv. ‘ik ben gespannen, ik adem even rustig’), waardoor onrust en emotionele uitbarstingen afnemen en het herstel sneller gaat; dat brengt merkbaar meer kalmte in de klas.
- Sociaal gedrag: de groepsveiligheid groeit door meer empathie, beter luisteren en elkaar laten uitpraten; reacties worden bewuster in plaats van impulsief, ruzies escaleren minder en afspraken worden consequenter nagekomen.
Het resultaat: een kalmere klas die beter leert en samenwerkt. En jij houdt meer tijd en energie over voor lesgeven.
Aandacht en leren
Mindfulness helpt je leerlingen hun aandacht te richten en vast te houden, precies wat leren nodig heeft. Met een ademanker (je aandacht bewust terugbrengen naar je adem) train je de pauzeknop in het hoofd, zodat kinderen minder snel afdwalen en impulsen beter remmen. Korte oefeningen versterken het werkgeheugen, het tijdelijke geheugen dat je nodig hebt om instructies te onthouden en stappen te volgen.
Je merkt dat startmomenten soepeler gaan, dat leerlingen instructie vollediger verwerken en sneller terugkeren naar de taak na een onderbreking. Ook het zelfmonitoren groeit: kinderen herkennen eerder wanneer ze wegdromen en brengen zichzelf terug zonder jouw herinnering. Dat geeft meer leertijd, meer diepgang in opdrachten en betere resultaten met minder herhaling.
Welzijn, rust en sociaal gedrag
Mindfulness bevordert het welbevinden in je klas doordat je samen rustmomenten inbouwt die lijf en hoofd helpen kalmeren. Kinderen leren vroegtijdig signalen herkennen, zoals een snelle adem of gespannen schouders, en gebruiken simpele adem- en zintuigenoefeningen om weer te zakken in rust. Daardoor daalt de spanning, komt het brein uit de alarmstand en kunnen ze bewuster kiezen hoe ze reageren. Je oefent met pauzeren, gevoelens benoemen en grenzen aangeven, wat vriendelijker gedrag en meer onderlinge empathie oplevert.
Ruzies escaleren minder snel en herstel na drukte of teleurstelling gaat vlotter. Door korte gezamenlijke routines ontstaat co-regulatie: jouw rustige toon en hun ademtempo synchroniseren. Op termijn groeit veerkracht en verbondenheid, waardoor kinderen zich veilig voelen en elkaar makkelijker meenemen in positief, helpend gedrag.
[TIP] Tip: Start elke les met één minuut ademhaling voor meer focus.

Mindfulnessoefeningen voor elke dag
Onderstaande tabel vergelijkt praktische mindfulnessoefeningen die je dagelijks in de basisschool kunt inzetten, met hun doel, het beste moment en hoe je ze kort uitvoert.
| Oefening | Doel in de klas | Duur & moment | Korte uitleg / stappen |
|---|---|---|---|
| 3-minuten ademruimte (check-in, adem, verbreden) | Aandacht richten, rust bij overgangen, zelfregulatie | 3 min; aan het begin van de les of bij een overgang | 1) Check-in: merk gedachten/gevoelens/lichaam op. 2) Focus op natuurlijke adem. 3) Verbreed naar hele lichaam/ruimte en kies een intentie. |
| Zintuigen-oefening (5-4-3-2-1) | Herfocussen na prikkels, gronden in het hier-en-nu | 2-3 min; na de pauze of bij onrust | Noem 5 dingen die je ziet, 4 die je voelt, 3 die je hoort, 2 die je ruikt, 1 die je proeft (of neem 1 bewuste slok/adem). |
| Mindful bewegen (langzaam rekken & schudden) | Spanning ontladen, energie reguleren, lichaamsbewustzijn | 2-4 min; tussendoor of vóór zitwerk | Sta rechtop; rek langzaam (armen omhoog, zijwaarts), schud handen/voeten los; beweeg op de adem en merk sensaties op. |
| Mini-bodyscan | Diepe ontspanning, interoceptie, concentratie | 3-5 min; na gym/spelen of vóór een toets | Zit of lig stil; scan van tenen naar kruin; benoem/ontspan spanning en laat de adem rustig door het lichaam gaan. |
Kern: korte, vaste routines (start, tussendoor, na pauze) werken het best; wissel zintuigen, adem en bewegen af voor optimale aandacht, rust en positief sociaal gedrag in je basisschoolklas.
zijn korte, terugkerende momentjes die je zonder extra materiaal in je rooster weeft, zodat aandacht en rust vanzelf onderdeel worden van je klas. Je start bijvoorbeeld met een 3-minuten ademruimte waarin je samen checkt wat je merkt, je aandacht parkeert bij je adem (het ademanker) en die aandacht weer verbreedt naar de klas. Na de pauze kies je een zintuigencheck: vijf dingen zien, vier horen, drie voelen, zodat prikkels zakken en iedereen opnieuw kan focussen. Voor taken aan tafel werkt een mini-bodyscan goed: voeten, zitvlak, schouders, kaak; ontspannen en beginnen.
Op drukke dagen helpt mindful bewegen, zoals langzame stretch of “slakkenwandelen”, om energie te reguleren zonder dat het onrustig wordt. Houd het kort (1-5 minuten), gebruik voorspelbare taal en dezelfde cues, zoals een belletje of handgebaar, zodat kinderen weten wat er komt. Bied keuzevrijheid, nodig uit in plaats van te dwingen en laat leerlingen benoemen wat werkte. Met vaste momenten – start, na pauzes, voor toetsen – bouw je stap voor stap een routine die blijft hangen.
Snelle start: 3-minuten ademruimte (check-in, adem, verbreden)
Met de 3-minuten ademruimte geef je je klas een korte reset die overal past. Start met een rustig signaal en laat iedereen zitten zoals het kan. Check-in: nodig je leerlingen uit om ogen zacht te sluiten of naar beneden te kijken, voel voeten en zitvlak, merk gedachten en gevoelens op als een weerbericht – niks hoeft weg. Adem: breng de aandacht naar de adem, leg een hand op de buik, adem rustig in tot vier en uit tot zes, en gebruik dit als ademanker om steeds vriendelijk terug te keren.
Verbreden: vergroot de aandacht naar het hele lichaam en de ruimte, hoor de geluiden, voel de houding en kies samen een intentie voor de volgende taak. Gebruik eenvoudige, voorspelbare taal, bied keuzevrijheid en pas aan: “ballonbuik” of “kaarsje uitblazen” voor kleintjes, tellen of box-breathing voor oudere leerlingen. Eén kalm signaal en je bent klaar om te starten.
Tussendoor en na de pauze: zintuigen, mindful bewegen en mini-bodyscan
Tussendoor en na de pauze wil je prikkels laten zakken en focus terugbrengen. Laat je klas eerst de zintuigen wakker maken: noem een paar dingen die je ziet, hoort en voelt, proef eventueel een slok water bewust en merk op hoe de lucht ruikt. Ga daarna kort mindful bewegen om energie te regelen: loop extra langzaam naar je plek, rek je armen alsof je groeit, schud spanning uit je handen en laat je schouders zakken.
Sluit af met een mini-bodyscan aan tafel: voel voeten op de vloer, zitvlak in de stoel, maak kaken en voorhoofd zacht en adem één keer langer uit. Houd het speels, 1 tot 3 minuten, gebruik een vast signaal en dezelfde woorden, zodat iedereen moeiteloos mee kan doen.
[TIP] Tip: Start elke les met één minuut ademhaling tellen met de klas.

Succesvol invoeren in je klas
Zo voer je mindfulness duurzaam en haalbaar in je klas in. Met kleine, voorspelbare stappen bouw je aan een routine die werkt voor elke leerling.
- Tijd, frequentie en routines: begin klein en voorspelbaar met 2-3 vaste ankers (dagstart, na de pauze, voor een toets), gebruik steeds dezelfde korte instructie en een herkenbaar signaal (belletje of handgebaar). Start met 2-3 minuten, herhaal dagelijks; houd het kort na drukte en iets langer bij de start of afsluiting.
- Differentiëren per leeftijd en behoefte: bied altijd keuzemogelijkheden in houding (zittend, staand, ogen open) en alternatieven voor gevoeligheden (geen aanraking, geen gesloten ogen). Werk bij kleuters speels met beelden en ademspelletjes; in midden- en bovenbouw voeg je taal toe (intentie zetten, tellen) en laat je leerlingen af en toe zelf een oefening begeleiden.
- Veiligheid, grenzen en oudercommunicatie: houd je toon rustig, corrigeer nooit op beleving en bied een rustige “meedoen-op-je-eigen-manier” optie. Wees duidelijk over grenzen (opt-in, geen fysieke aanraking), informeer ouders over doel, inhoud en seculiere insteek en nodig hen uit voor vragen of feedback.
Door helder te kaderen en het uitnodigend te houden, groeit het draagvlak en het effect. Kleine stappen, grote opbrengst voor aandacht en welzijn in je klas.
Tijd, frequentie en routines
Kies korte, vaste momenten en houd het simpel: 1 tot 3 minuten is genoeg, 2 à 3 keer per dag werkt het best, bijvoorbeeld bij de dagstart, na de pauze en vlak voor een taak die concentratie vraagt. Door steeds dezelfde opbouw en woorden te gebruiken creëer je een herkenbaar ritueel dat weinig uitleg kost; een belletje, handgebaar of zandloper helpt als start- en stopcue. Bouw langzaam op: begin met één moment per dag en voeg pas een tweede toe als het moeiteloos gaat.
Koppel mindfulness aan bestaande routines zoals kring, fruitmoment of opruimen, zodat het automatisch meeloopt. Wees flexibel: als de tijd krap is, kies je voor 60 seconden adem of zintuigen. Evalueer wekelijks kort wat werkt en houd de routine licht, voorspelbaar en haalbaar.
Differentiëren per leeftijd en behoefte
Differentiëren begint bij tempo, taal en keuzevrijheid. Kleuters werk je spelenderwijs en ultrakort: 30-60 seconden met beeldtaal zoals dierenadem, voel je voeten als wortels en luister naar drie geluiden. In de middenbouw kun je 1-3 minuten aan, met eenvoudige teladem, een mini-bodyscan en korte reflectievragen. In de bovenbouw voeg je intenties, planning en zelfgeleide oefening toe, bijvoorbeeld zelfstandig een ademanker kiezen. Stem af op behoeften: laat prikkelgevoelige leerlingen met ogen open werken en focus geven aan één zintuig; bied beweeglijke kinderen een loop- of stretchvariant; geef taalsterke kinderen verwoorden en anderen tekenen of wijzen.
Voor neurodiversiteit houd je volgorde en taal voorspelbaar, werk je met pictokaarten en een visuele timer. Maak deelname uitnodigend, niet verplicht, vermijd aanraking en bied altijd een veilige “meedoen op jouw manier”-optie. Zo voelt iedereen zich gezien én lukt oefenen voor de hele groep.
Veiligheid, grenzen en oudercommunicatie
Veiligheid begint bij keuzevrijheid: niets moet, alles mag. Laat leerlingen zelf kiezen hoe ze zitten of staan, met ogen open of dicht, en raak niemand aan. Vraag nooit om persoonlijke verhalen; wie wil, deelt kort, maar zwijgen is net zo goed. Leg helder uit wat je doet en waarom: aandachtstraining voor rust en focus, niet religieus en geen therapie. Signaleer stress (snelle adem, onrust) en bied een stopknop: even openen van de ogen, naar de adem, of rustig pauzeren.
Bij heftige reacties rond je vriendelijk af, kies een alternatief en betrek waar nodig intern zorgteam en ouders. Communiceer vooraf in je nieuwsbrief wat, waarom en wanneer je oefent, hoe kinderen kunnen kiezen, en bied een opt-out als dat past. Bewaak privacy: geen cijfers of oordeel, wel jouw rustige toon als voorbeeld.
Veelgestelde vragen over mindfulness oefeningen basisschool
Wat is het belangrijkste om te weten over mindfulness oefeningen basisschool?
Mindfulness op de basisschool is speels aandacht trainen via ademhaling, zintuigen en beweging. Korte, vaste oefeningen helpen kinderen focussen, tot rust komen en vriendelijker samen te werken, wat leren, welzijn en sociaal gedrag ondersteunt.
Hoe begin je het beste met mindfulness oefeningen basisschool?
Start met een vaste dagelijkse 3-minuten ademruimte: check-in, adem volgen, aandacht verbreden. Plan ook korte zintuigen-, mindful bewegen en mini-bodyscanmomenten na pauzes. Modelleer als leerkracht, differentieer per leeftijd en informeer ouders.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij mindfulness oefeningen basisschool?
Te lang, te stil of te “zweverig” starten; onregelmatigheid; forceren in plaats van uitnodigen; het gebruiken als straf; geen nabespreking; geen signalering van grenzen of triggers; niet differentiëren; ouders niet meenemen.